Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondzien

zie (…) rond

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondzien
    • Ik zie rond. 
  2. gebiedende wijs van rondzien
    • Zie rond! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondzien
    • Zie je rond? 

Gangbaarheid