• rond·zien

rondzien

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rondzien
zag rond
rondgezien
klasse 5

onregelmatig

volledig
  1. kijken met een blik die alle richtigen van een ruimte doorkruist
    • We hebben uitgebreid in het museum rondgezien.