rondzien
- rond·zien
- samenstelling van rond en zien
rondzien
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rondzien |
zag rond |
rondgezien |
klasse 5
onregelmatig |
volledig |
- kijken met een blik die alle richtigen van een ruimte doorkruist
- We hebben uitgebreid in het museum rondgezien.
- Het woord rondzien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.