• zie mis
vervoeging van
miszien

zie (...) mis

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miszien
    • Ik zie mis. 
  2. gebiedende wijs van miszien
    • Zie mis! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miszien
    • Zie je mis?