zie in
- Geluid: zie in (hulp, bestand)
- IPA: / zi ɪn / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ziˈɪn/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ziˈɪn/
- zie in
vervoeging van |
---|
inzien |
zie in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzien
- Ik zie in.
- gebiedende wijs van inzien
- Zie in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzien
- Zie je in?
- aanvoegende wijs van inzien
- Het woord zie in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.