zie door
- Geluid: zie door (hulp, bestand)
- IPA: / zi dor / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ziˈdo̝r/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ziˈdor/
- zie door
vervoeging van |
---|
doorzien |
zie dóór
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzien
- Ik zie door.
- gebiedende wijs van doorzien
- Zie door!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzien
- Zie je door?
- Het woord zie door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.