zeurder
- zeur·der
- Naamwoord van handeling van zeuren met het achtervoegsel -der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeurder | zeurders |
verkleinwoord | zeurdertje | zeurdertjes |
de zeurder m
- een persoon die zeurt.
- Het woord 'zeurder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeurder" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be