zeuntje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeun·tje
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van zoontje.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | zeuntje | zeuntjes |
Zelfstandig naamwoord
het zeuntje o dim. tant.
- (scheepvaart) jonge matroos belast met corvee, zoals het rondbrengen van voedsel en het doen van de vaat
- Het zeuntje haalde na de maaltijd de borden op.
Gangbaarheid
- Het woord zeuntje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeuntje" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be