Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeu·gen·stal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeugenstal zeugenstallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zeugenstalo

  1. (veeteelt) stal waar zeugen kunnen werpen en waar de biggen kunnen worden verzorgd
Hyperoniemen

Gangbaarheid