• zet·ten klem
vervoeging van
klemzetten

zetten (…) klem

  1. meervoud tegenwoordige tijd van klemzetten
vervoeging van
klemzetten

zetten (…) klem

  1. meervoud verleden tijd van klemzetten
    • Wij zetten klem. 
    • Jullie zetten klem. 
    • Zij zetten klem.