zesdejaars
- Geluid: zesdejaars (hulp, bestand)
- zes·de·jaars
- samenstelling van zesde en jaar zn met het achtervoegsel -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zesdejaars | zesdejaars |
verkleinwoord | - | - |
- persoon die het zesde jaar van iets volgt
stellend | |
---|---|
onverbogen | zesdejaars |
verbogen |
zesdejaars [1]
- betrekking hebbend op zes jaar
- Het woord zesdejaars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.