• zend·golf
enkelvoud meervoud
naamwoord zendgolf zendgolven
verkleinwoord - -

de zendgolfv / m

  1. (techniek) elektromagnetische straling met een gekozen frequentie tussen 30 Hz en 300 GHz die een radiozender gebruikt voor het uitzenden van informatie
     De ingangsspanning van de versterker is de algebraïsche som van de spanningen, die in het raam en in de verticale antenne worden geïnduceerd door de zendgolf.[1]
  1.   Weblink bron
    Werff, J.L.J. van der
    “Vliegtuig en radio” (1944), H. Stam, Amsterdam, p. 199