Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zend·ama·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zendamateur zendamateurs
verkleinwoord zendamateurtje zendamateurtjes

Zelfstandig naamwoord

de zendamateurm

  1. iemand die uit liefhebberij radio-uitzendingen verzorgt
    • De zendamateur had geen zendvergunning en werd uit de lucht genomen. 

Meer informatie

Gangbaarheid