zemelaar
- ze·me·laar
- Naamwoord van handeling van zemelen met het achtervoegsel -aar [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zemelaar | zemelaars |
verkleinwoord | - | - |
de zemelaar m
- Het woord zemelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zemelaar" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ zemelaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be