zelfzorgmedicijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·zorg·me·di·cijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelfzorg zn en medicijn zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfzorgmedicijn | zelfzorgmedicijnen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zelfzorgmedicijn o
- (farmacologie) eenvoudig medicijn dat zonder recept verkocht mag worden
- ▸ Al langere tijd worden een aantal medicijnen niet vergoed omdat deze onder zelfzorg zouden vallen. Een aantal van deze medicijnen is alleen op recept verkrijgbaar en daarom is de gebruiker afhankelijk van de prijs die een apotheker daarvoor berekent. Andere zelfzorgmedicijnen zijn wel vrij verkrijgbaar, maar zijn in het buitenland vaak veel goedkoper dan in Nederland.[1]
- ▸ De twee winkelketens willen zich volgens topman Gerard van Breen "steeds meer profileren als health-winkels, met een grotere keus in zelfzorgmedicijnen".[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zelfzorgmedicijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Medicijnen” (13 jun. 2013), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Kruidvat en Trekpleister stoppen verkoop tabak” (04 jan. 2018), De Telegraaf