zelfverzonnen
- zelf·ver·zon·nen
- samenstelling van zelf en verzonnen
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfverzonnen |
verbogen | |
partitief | zelfverzonnens |
zelfverzonnen
- niet door anderen bedacht en meestal ook niet algemeen aanvaard, maar verzonnen door iemand zelf
- Kinderen (...) maken bijvoorbeeld zelfverzonnen woorden als armpijpen voor mouwen en blafkatten voor honden. [1]
- Het woord zelfverzonnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zelfverzonnen" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Onze taal, deel 72, p. 75. Uitg.: Het Genootschap, 2003.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be