zelfsusser
- Geluid: zelfsusser (hulp, bestand)
- zelf·sus·ser
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfsusser | zelfsussers |
verkleinwoord | zelfsussertje | zelfsussertjes |
de zelfsusser m
- iemand die iets doet om zichzelf af te leiden van vervelende gevoelens of om deze te vermijden
- Het woord 'zelfsusser' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.