zelfstandigheidsdrang
- zelf·stan·dig·heids·drang
- samenstelling van zelfstandigheid en drang met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfstandigheidsdrang | - |
verkleinwoord | - | - |
zelfstandigheidsdrang m
- de wens om zelfstandigheid te bereiken
- Het woord 'zelfstandigheidsdrang' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.