zelfrijzend
- Geluid: zelfrijzend (hulp, bestand)
- zelf·rij·zend
- samenstelling van zelf en rijzend
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfrijzend |
verbogen | zelfrijzende |
partitief | zelfrijzends |
zelfrijzend
- de eigenschap hebbend een baksel luchtig te maken zonder het deeg eerst met gist te laten rijzen
- Dit bakmeel is zelfrijzend, omdat het carbonaat bevat.
- Het woord zelfrijzend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zelfrijzend" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be