Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·or·de·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfordening zelfordeningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfordeningv

  1. proces waarbij iets vanzelf overgaat van chaos naar regelmaat zonder sturing van buitenaf

Gangbaarheid


Verwijzingen