zelfontleding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·ont·le·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfontleding | zelfontledingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfontleding v
- (psychologie) onderzoek naar de eigen persoonlijkheid en psyche
- ▸ In Met de wereld in de rug beschrijft de Duitse schrijver Thomas Melle gedetailleerd de verschillende fasen van de bipolaire stoornis waaraan hij lijdt. Hij is zeker niet de eerste die dit doet, maar met zijn beeldende taal en nietsontziende zelfontleding is hij wel uniek in de mate waarin hij de lezer meesleurt in zijn manische denkwereld.[2]
- het vanzelf uiteenvallen van chemische stoffen
Synoniemen
- [1] zelfonderzoek, zelfanalyse
- [2] autolyse
Gangbaarheid
- Het woord zelfontleding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Ranne Hovius“De beeldende taal van Thomas Melle is uniek: hij sleurt de lezer mee in zijn manische denkwereld” (13 januari 2018), de Volkskrant