zelfmelder
- Geluid: zelfmelder (hulp, bestand)
- zelf·mel·der
- samenstelling van zelf zn en melder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfmelder | zelfmelders |
verkleinwoord |
de zelfmelder m
- iemand die zichzelf aangeeft bij de politie als pleger van een misdaad
- ▸ De Vries heeft contact gehad met de politie gehad over de zelfmelder. 'De politie is er heel sceptisch over', aldus de misdaadverslaggever. 'Het gaat om een man die erg in de war is en in 1995 ook al eens heeft gezegd dat zijn vader de moord op Bont op zijn geweten heeft.[1]
- ▸ Al bij de vorige zitting, in september, meldde justitie dat het rekening hield met het scenario dat de 'zelfmelder’ niet de ware schutter was.[2]
- iemand die zichzelf moet melden om een gevangenisstraf uit te zitten
- ▸ Een aantal veroordeelden wordt na de uitspraak door justitie zelf naar huis gestuurd, en aangemerkt als 'zelfmelder'. Deze groep mogen zich na oproep melden om zijn gevangenisstraf uit te zitten. in 2010 komen zo'n 5.000 veroordeelden hiervoor in aanmerking. Van hen komen uiteindelijk nog geen 2.000 daadwerkelijk opdagen.[3]
- Het woord zelfmelder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Man meldt zich voor moord op prostituee in 1995” (02-12-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron René van der Lee“Justitie: verdachte van moord in Oss liet zich 1,5 miljoen euro betalen” (03-12-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron David van der Heeden“Duizenden criminelen ontlopen jaarlijks hun straf” (24-02-2012), Tubantia