zelfherkenning
- zelf·her·ken·ning
- samenstelling van zelf zn en herkenning zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfherkenning | zelfherkenningen |
verkleinwoord |
de zelfherkenning v
- het proces van herkenning van de eigen identiteit, bijvoorbeeld door waarneming van een foto, spiegelbeeld of andere gedragskenmerken zoals het eigen stemgeluid, de eigen manier van bewegen etc
- ▸ Ik kan u trouwens Mark Traas sociologische studie van de strijd tussen de seksen in het wit- en bruingoed wel ernstig aanbevelen. Het stuk leidt niet alleen tot gniffelen, maar ook tot schaamtevolle zelfherkenning.[1]
- Het woord zelfherkenning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “We zijn terug” (04/03/2011), HP de Tijd