Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ge·ne·zing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfgenezing zelfgenezingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfgenezingv

  1. het jezelf gezond maken zonder tussenkomst van arts of hulpverlener
     Wel was bekend dat Corrie een jaar voor haar vermissing al flink was afgevallen en dat ze een kin- en neuscorrectie had ondergaan. Ook was ze erg spiritueel geworden, en las ze veel boeken over zelfgenezing.[2]
     Binnen kerkelijke kringen in Noorwegen steeg de verontwaardiging tot grote hoogte. Met name toen bleek dat de prinses medeoprichtster werd van een spiritueel toerustingscentrum in Oslo –Astarte Education– waar cursussen in handoplegging en zelfgenezing aangeboden werden.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Lichaam vermiste Corrie van der Valk na zeventien jaar gevonden” (16-11-2018), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Corine Bruggink
    “Märtha Louise schokt Noorwegen” (20-09-2010), Reformatorisch Dagblad