Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ge·kweekt
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen zelfgekweekt
verbogen zelfgekweekte
partitief zelfgekweekts

Bijvoeglijk naamwoord

zelfgekweekt

  1. van planten: door iemand zelf bevrucht, geplant en verzorgd
     De mogelijkheid dat het wellicht gaat om gemanipuleerde paniekzaaierij, zodat ze hun zelfgekweekte hennepolie, appelazijn of boeken kunnen verkopen, wordt volledig genegeerd.[1]
     Europarlementariërs als Jan Huitema (VVD) en Bas Belder (SGP) wilden voorkomen dat Europese boeren en kwekers die veredelen zonder biotechnologie, gepatenteerde zaden van hun zelfgekweekte planten niet meer zouden mogen gebruiken.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    YVONNE VAN DER WAL
    “Een conferentie tegen ongezond eten is de betutteling ten top” (24 feb. 2016), De Telegraaf
  2.   Weblink bron “Geen octrooi op veredelde tomaat” (03 nov. 2016), De Telegraaf