zelfbenoemd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfbenoemd (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·be·noemd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en benoemd bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfbenoemd |
verbogen | zelfbenoemde |
partitief | zelfbenoemds |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfbenoemd
- van iemand die zichzelf een (openbare) functie of titel heeft gegeven
Gangbaarheid
- Het woord zelfbenoemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Dertien arrestaties na ‘mislukte staatsgreep’ Venezuela” (28-06-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron Judah Bolink“Deventer maakt zich op voor tweede dag Deventer op Stelten; kijk hier beelden terug van vrijdagavond” (06-07-2019,), Tubantia