zekeringkast
- ze·ke·ring·kast
- samenstelling van zekering en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zekeringkast | zekeringkasten |
verkleinwoord | zekeringkastje | zekeringkastjes |
- een kast waarin de zekeringen zich bevinden.
- Het woord zekeringkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.