Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeil·ge·sprek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeilgesprek zeilgesprekken
verkleinwoord zeilgesprekje zeilgesprekjes

Zelfstandig naamwoord

het zeilgespreko

  1. een conversatie waarbij het varen in zeilboten het onderwerp is
     Uiteindelijk gaf Lauritz toe aan het zeilgesprek, met het oog op Christa had hij het uitgesteld tot aan het nagerecht, peer geflambeerd met cognac, maar nu barstte het uit volle borst los.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142