Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeevrouw zeevrouwen
verkleinwoord zeevrouwtje zeevrouwtjes

Zelfstandig naamwoord

de zeevrouwv

  1. Vrouwelijke zeeman.
    • De schippersvrouw heeft zelf zes kinderen en weet wat de zeevrouw doormaakt. 

Gangbaarheid