Nederlands

 
Jong van de galapagoszeeleeuw (Zalophus (californianus) wollebaeki)
Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·roof·dier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeroofdier zeeroofdieren
verkleinwoord zeeroofdiertje zeeroofdiertjes

Zelfstandig naamwoord

het zeeroofdiero

  1. een roofdier dat in zee leeft
  2. (roofdieren) Pinnipedia   in het bijzonder een dier behorende tot de zeeleeuwen, walrussen of zeehonden
    • De zeeroofdieren worden nu niet langer als een afzonderlijke orde beschouwd. 

Meer informatie