• zeep·tui·me·laar
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeptuimelaar zeeptuimelaars
verkleinwoord zeeptuimelaartje zeeptuimelaartjes

de zeeptuimelaarm

  1. een kogelvormig vaatje voor vloeibare zeep dat in een tuimelende houder is opgehangen
    • De zeeptuimelaar op uw wc is leeg, meneer.