zeepmerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeep·merk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeep en merk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeepmerk | zeepmerken |
verkleinwoord | zeepmerkje | zeepmerkjes |
Zelfstandig naamwoord
het zeepmerk o
- een merk van zeepartikelen.
- Het zeepmerk werd slechts bij één winkelketen verkocht.
Gangbaarheid
- Het woord 'zeepmerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.