Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeep·in·dus·trie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeepindustrie zeepindustrieën
verkleinwoord zeepindustrietje zeepindustrietjes

Zelfstandig naamwoord

de zeepindustriev

  1. (bedrijfstak) de industrie die zeep en verwante producten vervaardigd.
    • De zeepindustrie had vorig jaar een kleinere omzet dan het jaar ervoor. 

Gangbaarheid