zeenat
- zee·nat
- samenstelling van zee en nat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeenat | - |
verkleinwoord | - | - |
het zeenat o
- (dichterlijk) het water van de zee
- En zo viel hij in het bruisende zeenat...
- Het woord 'zeenat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeenat" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be