• zee·hon·den·oog
enkelvoud meervoud
naamwoord zeehondenoog zeehondenogen
verkleinwoord zeehondenoogje zeehondenoogjes

het zeehondenoogo

  1. het gezichtsorgaan van een bepaald soort zeezoogdier Phocidae  
     Snorre lag steunend op zijn poten alsof het ellebogen waren op het ijs en keek met grote ronde zeehondenogen omhoog naar de hemel, waar het noorderlicht vlamde in zacht deinende golven.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767