zeebrak
- zee·brak
- samenstelling van zee en brak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeebrak | zeebrakken |
verkleinwoord | - | - |
het zeebrak o
- brak zeewater aan de kust .[1]
- Hij voer het zeebrak in.
- Het woord zeebrak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeebrak" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Zeemans-woordeboek, behelzende een verklaring der woorden, by de scheepvaart en den handel in gebruik en een opgave der algemeene wetsbepalingen, daartoe betrekkelijk,: en der spreekwijzen, daaraan ontleend
J[akob] van Lennep
Gebroeders Binger, 1856 - ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be