Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·bo·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeboring zeeboringen
verkleinwoord zeeborinkje zeeborinkjes

Zelfstandig naamwoord

de zeeboringv

  1. een boring, gewoonlijk naar olie of gas, op de open zee
    • Nu de olievoorraden slinken worden zeeboringen steeds alledaagser. 

Gangbaarheid