zedenpleger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zedenpleger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ze·den·ple·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zede en pleger met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zedenpleger | zedenplegers |
verkleinwoord | zedenplegertje | zedenplegertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zedenpleger m
- (juridisch) iemand die een zedendelict heeft gepleegd
Gangbaarheid
- Het woord 'zedenpleger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.