zanedbat
- za·ne·dbat
zanedbat perfectief
- verwaarlozen; iets niet de benodigde verzorging schenken
- «Hrubě zanedbali své povinnosti.»
- Zij hebben hun verplichtingen schromelijk verwaarloost.
- «Hrubě zanedbali své povinnosti.»
- (natuurkunde) verwaarlozen; een grootheid buiten beschouwing stellen omdat deze waarschijnlijk kleiner dan de meetfout is
- «Při řízení automobilu nemá konečná rychlost světla praktický vliv a je možno ji zanedbat.»
- Bij het besturen van een auto heeft de eindigheid van de lichtsnelheid praktisch geen invloed en het is dus mogelijk haar te verwaarlozen.
- «Při řízení automobilu nemá konečná rychlost světla praktický vliv a je možno ji zanedbat.»
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | zanedbám | zanedbáme | |
tweede persoon | informeel | zanedbáš | zanedbáte |
formeel | zanedbáte | ||
derde persoon | zanedbá | zanedbají |
- Oude schrijfwijze: zanedbati perfectief