zalencentrum
- za·len·cen·trum
- samenstelling van zaal en centrum met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zalencentrum | zalencentra zalencentrums |
verkleinwoord | zalencentrumpje | zalencentrumpjes |
het zalencentrum o
- een gebouw dat zalen te huur aanbiedt
- De receptie werd in een prachtig zalencentrum gehouden.
- Het woord zalencentrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.