Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: vakkenvuller
  • zak·ken·vul·ler
enkelvoud meervoud
naamwoord zakkenvuller zakkenvullers
verkleinwoord zakkenvullertje zakkenvullertjes

de zakkenvullerm

  1. iemand die zich op oneigenlijke wijze verrijkt
    • Ze moesten die zakkenvullers eens goed pakken! 
    • zakkenvuller dit is ook een (scheldwoord) mits voorafgegaan door minstens een van de adjectieven 'vuil' en/of "vies" 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]