zag mis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zag mis
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
miszien |
zag (...) mis
- enkelvoud verleden tijd van miszien
- Ik zag mis.
- Jij zag mis.
- Hij, zij, het zag mis.
- Ik zag mis.
Gangbaarheid
- Het woord zag mis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.