Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·del·kus·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zadelkussen zadelkussens
verkleinwoord zadelkussentje zadelkussentjes

Zelfstandig naamwoord

het zadelkusseno

  1. een groep veren aan het beneden uiteinde van de rug van een hen
    • De hen plooide haar zadelkussen. 
  2. voorwerp om over het zadel van een fiets aan te brengen ter voorkoming van zadelpijn

Gangbaarheid