zadeldaktoren
- za·del·dak·to·ren
- samenstelling van zadeldak en toren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zadeldaktoren | zadeldaktorens |
verkleinwoord | zadeldaktorentje | zadeldaktorentjes |
de zadeldaktoren m
- een toren met een eenvoudige dakconstructie in de vorm van twee schuin tegen elkaar opstaande met pannen gedekte vlakken die samen wel wat op een zadel gelijken
- Romaanse kerken in bepaalde delen van Nederland hebben soms een zadeldaktoren.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord zadeldaktoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.