zachycovat
- IPA: /zaxɪtsɔvat/
- za·chy·co·vat
- Afgeleid van het werkwoord zachytit / zachytnout met het achtervoegsel -ovat
zachycovat imperfectief
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | zachycuji (zachycuju) | zachycujeme | |
tweede persoon | informeel | zachycuješ | zachycujete |
formeel | zachycujete | ||
derde persoon | zachycuje | zachycují (zachycujou) |
- Oude schrijfwijze: zachycovati imperfectief