• zaag·sne·de
enkelvoud meervoud
naamwoord zaagsnede zaagsneden
verkleinwoord zaagsnedetje zaagsnedetjes

de zaagsnedev / m

  1. de snede die een zaag maakt in het materiaal
    • De zaagsnede in het hout was precies loodrecht. 
  2. een gezaagde messnede