Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zaad·pluis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaadpluis -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zaadpluiso

  1. (plantkunde) dunne haartjes aanwezig op zaden van veel planten
    • Een voorbeeld van een plant met zaadpluis is de wilg. 

Gangbaarheid

Meer informatie