zaadkind
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaad·kind
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaad zn en kind zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaadkind | zaadkinderen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zaadkind o
- kind dat verwekt is met het zaad van een zaaddonor
- kind dat afkomstig zou zijn van een buitenaardse beschaving
Synoniemen
- [1] donorkind, spermakind
- [2] indigokind, sterrenkind
Gangbaarheid
- Het woord zaadkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.