Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zaad·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaadkind zaadkinderen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zaadkindo

  1. kind dat verwekt is met het zaad van een zaaddonor
  2. kind dat afkomstig zou zijn van een buitenaardse beschaving
Synoniemen

Gangbaarheid