• you·tu·ber
enkelvoud meervoud
naamwoord youtuber youtubers
verkleinwoord youtubertje youtubertjes

de youtuberm

  1. iemand die regelmatig zelfgemaakte filmpjes op YouTube plaatst
     Youtuber Wouter R. en complotdenker Micha K. verspreidden hetzelfde verhaal onder hun aanhangers. K. heeft in Nederland nog een gevangenisstraf uitstaan van een half jaar voor smaad en laster en bedreiging. Hij woont nu in Noord-Ierland, daar buigt justitie zich over een uitleververzoek aan Nederland.[2]
     De politie in India heeft een youtuber gearresteerd omdat hij zijn hond aan heliumballonnen liet opstijgen. De man heeft zijn excuses aangeboden voor de stunt.[3]
  1. youtuber op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Gemeente Bodegraven daagt complotdenkers voor de rechter” (Vrijdag 28 mei 2021, 12:10), NOS
  3.   Weblink bron “Youtuber gearresteerd voor laten vliegen hond aan heliumballonnen” (Donderdag 27 mei 2021, 21:43), NOS