Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • yo·ga·les
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord yogales yogalessen
verkleinwoord yogalesje yogalesjes

Zelfstandig naamwoord

de yogalesv / m

  1. (onderwijs) het onderricht van yoga voor een bepaalde tijd
    • De yogales liep uit vanwege vragen van de deelnemers. 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be