• wo·ning·voor·raad
enkelvoud meervoud
naamwoord woningvoorraad woningvoorraden
verkleinwoord

de woningvoorraadm

  1. alle gebouwen geschikt voor bewoning in een bepaald gebied
    • Wilde de gemeente haar plan toch doorzetten, dan moest er waterdichte begeleiding komen, eisten de corporaties. Maar er was nog een probleem, zeiden de bestuurders: hun beschikbare woningvoorraad bestond voor het overgrote deel uit eengezinswoningen. Had het COA geen gezinnen in de aanbieding?[1]  
  1. Kees Versteegh NRC 4 oktober 2016